Plichtsverzuim en strafontslag in het ambtenarenrecht [oude zaak op basis van het oude recht]

Volgens vaste jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep is voor de constatering van plichtsverzuim dat tot het opleggen van een disciplinaire straf aanleiding kan geven, noodzakelijk dat op grond van de beschikbare, deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging is verkregen dat de betrokken ambtenaar de hem verweten gedragingen heeft begaan. Voorts moet het plichtsverzuim de ambtenaar zijn toe te rekenen en dient de opgelegde straf evenredig te zijn aan de ernst van het gepleegde plichtsverzuim.

Op 7 december 2018 heeft de rechtbank Limburg een vernietigende uitspraak gedaan over strafontslag dat was verleend aan een ambtenaar in dienst van de gemeente Brunssum. De ambtenaar werd door de gemeente verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig plichtsverzuim.

De ambtenaar in kwestie werd beschuldigd van veertien misstanden. De verweten gedragingen zagen onder meer op verdenking van witwassen, beslaglegging door de belastingdienst, het onvoldoende geven van openheid van zaken, contact onderhouden met personen die zich schuldig maken aan strafbare feiten, het veelvuldig gebruiken van het werk e-mailadres voor privédoeleinden, het zonder toestemming verrichten van nevenwerkzaamheden, het tijdens ziekte een dag naar het buitenland gaan zonder toestemming van de leidinggevende, enzovoorts.

De rechtbank overweegt dat van de veertien aan de ambtenaar verweten gedragingen slechts vier gedragingen overblijven die toerekenbaar plichtsverzuim opleveren. Het gaat daarbij om onvoldoende (c.q. te laat) openheid van zaken geven, het gebruiken van het zakelijk e-mailadres voor privédoeleinden, het zonder toestemming van verweerder verrichten van nevenwerkzaamheden en het tijdens ziekte één dag naar het buitenland gaan zonder verweerder hiervan op de hoogte te stellen. De rechtbank was niet gebleken dat voornoemd plichtsverzuim de ambtenaar van de gemeente niet ten volle kon worden toegerekend, zodat de gemeente was bevoegd om aan de ambtenaar een disciplinaire straf op te leggen.

Op basis van de overgebleven vier gedragingen achtte de rechtbank het strafontslag echter niet evenredig aan de aard en de ernst van het plichtsverzuim zoals dat is komen vast te staan. Het gevolg hiervan was dat het beroep gegrond moest worden verklaard en het bestreden besluit moest worden vernietigd.

Het strafontslag is van tafel. De ambtenaar van de gemeente behoudt zijn baan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.